Rekenen en wiskunde

In groep 3 starten we met de methode “Wereld in getallen”. In deze methode valt vooral realistisch rekenen op, ondersteund door materialen en verschillende werkvormen. Naast het werken met de methode wordt er in groep 3 ook regelmatig in circuitvorm gerekend. In groepjes wordt er op verschillende manieren geoefend met bijvoorbeeld het splitsen van getallen of klokkijken. In groep 4 wordt het optellen en aftrekken uitgebreid van 20 naar 100. De tafels 1 t/m 10 worden aangeleerd. De groepen 5 t/m 8 maken het rekenwerk digitaal. In groep 5 worden de tafels herhaald. Cijfermatig rekenen gaat dan tot de 1000. In groep 6 worden er naast het cijfermatig optellen en aftrekken tot 10.000 ook de keersommen aangeleerd. Er wordt meer gebruik gemaakt van abstract denken in de vorm van breuken. De tafels worden herhaald en het metriek stelsel krijgt veel aandacht. Ook in groep 7 en 8 worden de tafels nog steeds geoefend. In groep 7 worden de staartdelingen en procenten aangeleerd. Bij de breuken gaan we gelijknamig maken en vereenvoudigen. Wat in groep 7 is aangeboden wordt in groep 8 geautomatiseerd. Bijvoorbeeld: kommagetallen, procenten, metriekstelsel, procenten, tabellen, grafieken en verhoudingen.